Wat is crisispleegzorg?

Wat is crisispleegzorg?

Als er sprake is van een crisis, dan is het mogelijk om kinderen tot 18 jaar tijdelijk in een pleeggezin te plaatsen. Dit noemen we crisispleegzorg. Omdat crisispleegzorg behoorlijk ingrijpend is voor zowel het kind als de ouders, is het van belang dat zorgvuldig wordt afgewogen of crisispleegzorg echt noodzakelijk is. Als er een andere vorm van hulpverlening mogelijk is, dan moet eerst onderzocht worden of dit wellicht een oplossing kan bieden, voordat met overgaat tot crisispleegzorg.

Misschien overweeg jij wel om crisispleegouder te worden, maar wil je eerst weten wat je van een crisisplaatsing kunt verwachten. In dit artikel proberen we je antwoord te geven op de meestgestelde vragen die te maken hebben met crisispleegzorg.

Een onhoudbare situatie

Crisisopvang of crisispleegzorg is een uiterst hulpmiddel in situaties die echt niet meer houdbaar zijn binnen het gezin. De situatie is dan thuis zo ernstig dat het een bedreiging vormt voor de ontwikkeling van het kind.

Gelukkig zijn er pleeggezinnen die op korte termijn een plekje kunnen bieden aan een pleegkind dat hulp nodig heeft. Een crisisplaatsing in een pleeggezin duurt meestal maximaal vier weken. Als het nodig is kan deze periode worden verlengd.

Crisispleegzorg is dus altijd kortdurende zorg. Het doel van de crisispleegzorg is dat het kind tijdelijk uit de onveilige situatie wordt gehaald, zodat alle betrokkenen weer een balans kunnen vinden. Als de crisis onder controle is, dan kan het kind weer naar huis.

Wat gaat er aan een crisisplaatsing vooraf?

Bij de meeste pleegzorgplaatsingen maak je als pleegouders eerst rustig kennis met het pleegkind. Dat begint met een gewoon bezoekje in het pleeggezin of bij het kind thuis, dan volgt er een nachtje logeren en zodra het kind en de pleegouders er klaar voor zijn, wordt er een datum afgesproken voor de definitieve plaatsing.

Is er sprake van crisispleegzorg dan is er te weinig tijd voor een uitgebreide kennismaking. Er moet op heel korte termijn een veilige woonomgeving voor het kind worden gevonden. Toch is het wel belangrijk dat ook aan een crisisplaatsing een goede voorbereiding vooraf gaat.

In kaart brengen van de crisissituatie

Zodra er een melding van een onveilige situatie bij de jeugdwerker binnenkomt, dan stelt deze een aantal vragen om vast te stellen of crisisopvang écht noodzakelijk is. Is de conclusie dat crisispleegzorg nodig is, dan gaat de jeugdwerker op zoek naar een geschikt pleeggezin.

In principe is voor een crisisplaatsing de toestemming van de ouders nodig. Willen de ouders niet dat het kind uithuisgeplaatst wordt, dan kan de jeugdbeschermer een voorlopige ondertoezichtstelling en een machtiging uithuisplaatsing aanvragen. De machtiging wordt direct door de kinderrechter afgegeven en binnen twee weken volgt er een zitting. Tijdens de zitting kunnen de ouders zich verweren tegen de uithuisplaatsing.

Heb jij je aangemeld als crisispleegouder en vorm je op basis van je aanmeldgegevens een match voor dit kind, dan belt de instroommedewerker van de pleegzorgorganisatie je met het verzoek het pleegkind in je huishouden op te nemen. Het is mogelijk dat het pleegkind enkele uren na dit telefoontje al bij je thuis op de bank zit.

Als het enigszins mogelijk is, brengen de ouders het kind samen met de jeugdbeschermer of jeugdwerker naar het crisispleeggezin. Deze warme overdracht helpt het kind bij de acceptatie van de nieuwe situatie.

Richtlijn Crisisplaatsing voor jeugdhulp en jeugdbescherming

In de Richtlijn Crisisplaatsing voor jeugdhulp en jeugdbescherming staat waar jeugdhulpverleners aan moeten denken als ze crisispleegzorg overwegen. Vaak is de informatie die ze krijgen over de situatie niet volledig en het kan dan lastig zijn om te moeten beslissen over de juiste hulpverlening. De Richtlijn Crisisplaatsing voor jeugdhulp en jeugdbescherming helpt de jeugdhulpverleners om besluiten weloverwogen te nemen.

De richtlijn zorgt ervoor dat alle andere opties eerst worden afgewogen, voordat tot een crisisplaatsing wordt overgegaan. Als het bijvoorbeeld mogelijk is om een uithuisplaatsing te voorkomen door gesprekken met hulpverleners bij het gezin thuis te voeren of door hulp van bekenden in te schakelen, dan heeft dat de voorkeur.

Er kan dan nog steeds sprake zijn van een crisis, maar door deze zogenoemde ambulante hulp te bieden, wordt voorkomen dat het kind in een pleeggezin moet wonen.

Crisispleegzorg vanuit het eigen netwerk

Als er echt geen andere mogelijkheid is dan het kind uit huis te plaatsen, dan vraagt de pleegzorgmedewerker eerst aan de jeugdbeschermer of het mogelijk is om het kind bij iemand uit het eigen netwerk op te vangen. We noemen dit netwerkpleegzorg. Dit kan bijvoorbeeld een opa, oma of ander familielid zijn, maar ook een docent van school of de ouders van een vriendje of vriendinnetje.

Als het niet mogelijk is om het pleegkind pleegzorg te bieden binnen het eigen netwerk, dan zoekt de pleegzorgorganisatie naar een pleeggezin dat zich daarvoor heeft aangemeld. Omdat dit pleeggezin is opgenomen in het bestand van de pleegzorgorganisatie noemen we deze vorm van pleegzorg ook wel bestandspleegzorg.

Van crisispleegzorg naar langdurige zorg

Het uitgangspunt bij een crisisplaatsing is altijd dat het kind weer naar huis gaat als de situatie weer veilig en stabiel is. Toch is het niet altijd mogelijk dat een kind na een periode in een pleeggezin weer naar huis gaat. Soms is het noodzakelijk om naar een langdurige oplossing te kiezen. Het kind blijft dan in een pleeggezin wonen tot het 21 jaar is. We spreken in dat geval van langdurige zorg. Van langdurige zorg is sprake als de plaatsing langer dan een jaar duurt.

Hulpverlening versus opvoeding

Bij crisispleegzorg is het zaak om de ouders en hun kinderen hulp te bieden in een crisissituatie. In de korte periode dat het kind in het pleeggezin verblijft, zorgt het pleeggezin dat het kind een veilige plek heeft om te wonen, terwijl achter de schermen de hulpverlening op gang komt. In deze periode ligt de nadruk vooral op de hulpverlening en in mindere mate op de opvoeding van het kind.

Als blijkt dat een kind toch niet terug naar huis kan, omdat de ouders niet voor het kind kunnen zorgen, dan is het belangrijk dat er ook naar de opvoeding wordt gekeken. Het kind moet dan in het pleeggezin niet alleen een stabiele basis vinden, maar ook begeleid worden richting volwassenheid.

Moet een pleegkind verhuizen als het overgaat van crisispleegzorg naar langdurige zorg?

Soms wordt er na een aantal weken of maanden duidelijk dat het echt niet mogelijk is om weer bij de ouders te gaan wonen. Er moet dan naar een langdurige oplossing worden gezocht. In deze gevallen kan er worden gekozen voor pleegzorg voor onbepaalde tijd.

Of het kind op dat moment in het bestaande pleeggezin kan blijven, is afhankelijk van de situatie. Als pleegouders kun je ervoor kiezen om je zowel aan te melden voor crisispleegzorg als voor pleegzorg voor onbepaalde tijd. Heb je je voor beide vormen aangemeld, dan is het mogelijk dat het kind na de officiële crisisperiode in het gezin kan blijven wonen.

Als een kind in hetzelfde pleeggezin kan blijven wonen, is dat natuurlijk heel fijn, maar het is zeker geen vanzelfsprekendheid. Past het kind niet in het gezin, is de problematiek te heftig of zijn er spanningen met bepaalde gezinsleden, dan kan er alsnog voor gekozen worden om het kind in een ander pleeggezin te plaatsen. Zelfs als de pleegouders hebben aangegeven dat ze zowel voor pleegzorg voor onbepaalde tijd als crisispleegzorg openstaan.

Geven pleegouders aan dat ze alleen beschikbaar zijn als crisisgezin, dan verhuist het kind altijd naar een ander pleeggezin als langdurige zorg noodzakelijk blijkt.

Welke crisissituaties onderscheiden we binnen de jeugdzorg?

Crisispleegzorg kan voortkomen uit verschillende soorten crisissituaties. Binnen de jeugdzorg maken we onderscheid in vijf soorten crisissituaties. Aan de hand van de situatie beoordeelt de jeugdwerker welk hulpverleningstraject nodig is. Voor jullie als pleegouders is het goed om te weten welk type crisis op jullie pleegkind van toepassing is. Het zegt namelijk veel over de hulpverlening die samen met de pleegzorg zal worden ingezet.

Overweeg je om zelf crisispleegzorg te gaan bieden? Ook dan is het goed om te weten welke crisissituaties er in grote lijnen te onderscheiden zijn. Natuurlijk is ieder pleegkind anders, maar afhankelijk van de situatie kun je met deze crisissituaties in je achterhoofd wel inschatten hoe je de crisispleegzorg het beste vorm kunt geven.

We zullen de verschillende soorten crisissituaties hieronder eerst benoemen en ze daarna stuk voor stuk uitleggen aan de hand van een voorbeeld. De crisissituaties die we onderscheiden, zijn:

  1. Een crisis bij ingrijpende gebeurtenissen
  2. Een crisis bij een of meerdere faseovergangen
  3. Een crisis bij meervoudige structurele problemen
  4. Een crisis bij problemen in de verzorging
  5. Een crisis bij acute psychiatrische problemen

Een crisis bij ingrijpende gebeurtenissen

Als het broertje van Dimitri (7) en Esther (4) kort na zijn eerste verjaardag overlijdt, heeft dit een behoorlijke impact op het gezin. Door het verdriet om het plotselinge overlijden en het moeten regelen van allerhande zaken, zijn de ouders van Esther en Dimitri tijdelijk niet in staat om een veilige en stabiele basis voor hun kinderen te bieden.

Een crisis bij een of meerdere faseovergangen

Mel (13) is een opstandige puber die geregeld het conflict met haar ouders opzoekt. Haar ouders hebben geen idee hoe ze met haar opstandige buien om moeten gaan en het gedrag van Mel lijkt van kwaad tot erger te gaan. Ze zoekt steeds vaker de grenzen op en komt hierdoor ook meer dan eens in aanraking met de politie. Ook de tweelingbroertjes (8) van Mel lijden duidelijk onder de voortdurende confrontaties. Na de zoveelste ruzie pakt Mel haar spullen en loopt ze van huis weg. Ze is het zat om voortdurend van haar ouders te horen wat ze in hun ogen verkeerd doet.

Een crisis bij meervoudige structurele problemen

Sinds de scheiding van zijn ouders woont Amin (8) bij zijn moeder. Zijn moeder kan de scheiding maar moeilijk verwerken en Amin merkt dat ze steeds vaker naar drank ruikt. Ze werkt niet en als Amin vraagt om nieuwe schoenen, omdat zijn oude versleten zijn, krijgt hij altijd als antwoord dat daar geen geld voor is, omdat zijn vader er zo nodig met die heks vandoor moest gaan. Zijn moeder ziet er onverzorgd uit en Amin weet dat er over haar gekletst wordt op het schoolplein. Hij wil graag dat zijn moeder weer wat vrolijker is. Daarom besloot hij in de modezaak in het dorp een mooie jurk voor haar te halen. Toen hij de jurk in zijn rugtas propte en ongezien de winkel uit probeerde te komen, werd hij gepakt en door de politie thuisgebracht. Hoewel hij had gehoopt dat zijn moeder het gebaar kon waarderen, was ze juist buiten zinnen van woede en sloeg ze hem zo hard, dat hij met zijn hoofd tegen de tafel stootte.

Een crisis bij problemen in de verzorging

Als alleenstaande moeder is Anita heel blij met de hulp die ze van haar moeder krijgt bij de verzorging van haar zoon Bram (5). Ze werkt in de zorg en draait wisselende diensten. Het is fijn dat oma voor Bram kan zorgen als Anita moet gaan werken en dat Bram ook altijd bij haar terecht kan als Anita even een momentje nodig heeft om zich op te laden. Met haar onregelmatige werktijden is het bijna niet mogelijk om de opvang op een andere manier te regelen. De afgelopen tijd ging het niet zo lekker met de gezondheid van haar moeder en daarom is Bram veel bij buren en kennissen geweest. Maar dat is geen houdbare situatie en bovendien zorgt deze periode van stress ervoor dat Anita burn-outklachten ontwikkelt. Nu het erop lijkt dat Anita’s moeder definitief niet meer voor Bram kan zorgen, zit ze met de handen in het haar en weet ze niet hoe ze de zorg voor Bram weer op de rit kan krijgen.  

Een crisis bij acute psychiatrische problemen

Sinds Natalia geboren is, kampt haar moeder met depressieve klachten. Ze heeft geen idee hoe ze de baby moet verzorgen en ondanks de goede zorgen van de kraamhulp, staat ze er nagenoeg alleen voor nu de kraamweek voorbij is. Haar man is internationaal vrachtwagenchauffeur en vertrekt komende week weer voor een aantal aaneengesloten dagen naar Noord-Europa. Ze ziet er erg tegenop om straks alleen voor Natalia te moeten zorgen. Het gehuil van de baby gaat door merg en been en om het niet te horen, kruipt ze soms met haar hoofd onder een kussen. Na contact met de huisarts wordt er een postnatale depressie vastgesteld.

In alle hierboven genoemde voorbeelden is sprake van een crisis waarbij het welzijn van het kind in gevaar komt. In een aantal situaties zal het mogelijk zijn om via ambulante zorg een oplossing te vinden. Pas als duidelijk is dat er geen mogelijkheid is om de kinderen en hun ouders op een minder ingrijpende manier te helpen, wordt overgegaan op crisispleegzorg.

Toeslag op de pleegzorgvergoeding voor crisisopvang

Voor ieder pleegkind dat je via een pleegzorgcontract in je gezin opneemt, bestaat recht op een pleegzorgvergoeding. De hoogte van deze vergoeding is afhankelijk van de leeftijd van het kind en de vergoeding is in principe kostendekkend.

Wanneer een kind via crisisopvang in jouw pleeggezin terechtkomt, dan heeft het soms weinig bij zich. Het kind is namelijk op stel en sprong uit hun vertrouwde omgeving gehaald. Voor pleegouders kan dit betekenen dat ze extra kosten moeten maken. Alleen al de kosten voor kleding en schoenen kunnen aardig oplopen. Crisispleegouders krijgen daarom naast de vaste pleegzorgvergoeding een toeslag voor deze extra kosten.

Reactie plaatsen