Wat is gezag en hoe is dit wettelijk geregeld?

Wat is gezag en hoe is dit wettelijk geregeld?

Omdat minderjarigen zelf nog niet in staat zijn om beslissingen te nemen, hebben we het in Nederland zo geregeld dat in ieder geval één meerderjarige het gezag over de minderjarige heeft. De persoon of instelling die het gezag heeft, is volgens de wet verantwoordelijk voor de opvoeding en het levensonderhoud van het kind.

Wat is gezag precies en hoe is dat geregeld? Welke verplichtingen brengt het met zich mee als je het gezag over iemand hebt? En kun je als pleegouder ook belast zijn met het gezag over je pleegkinderen? In dit artikel gaan we in op de verschillende vormen van gezag en vertellen we hoe je het gezag kunt krijgen of juist verliezen.

Gezag volgens de wet

Het ouderlijk gezag is geregeld in het Burgerlijk Wetboek. In artikel 1:247 BW staat: “Het ouderlijk gezag omvat de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden.” Met andere woorden: als je het ouderlijk gezag hebt, dan betekent dit dat je ook een aantal verplichtingen hebt. Als je het gezag over een kind hebt, dan moet je:

  1. Het kind verzorgen en het opvoeden.
  2. De kosten voor het kind dragen.
  3. Betalen voor het levensonderhoud en de studiekosten van de jongere tot 21 jaar.
  4. Het geld en de spullen van de minderjarige beheren.
  5. Optreden als wettelijk vertegenwoordiger. Dit betekent onder meer dat je verantwoordelijk bent voor het gedrag van je kind.

Juridische ouders

De ouders van het kind hebben in beginsel het gezag over het kind. We hebben het hier over de juridische ouders, dus de ouders die volgens de wet zijn aangemerkt als de ouders. Dat kunnen andere ouders zijn dan de biologische ouders, maar dat hoeft niet.

De juridische moeder van het kind is:

  1. De vrouw waaruit het kind is geboren
  2. De vrouw die het kind heeft geadopteerd 
  3. De vrouw die het kind heeft erkend 
  4. De vrouw waarvoor de rechter het ouderschap heeft vastgesteld
  5. De vrouw die met de biologische moeder getrouwd is of een geregistreerd partnerschap heeft (als een onbekende donor het kind verwekte)

De juridische vader van het kind is:

  1. De man die op het moment van de geboorte met de moeder getrouwd is of een geregistreerd partnerschap met de moeder heeft
  2. De man die het kind heeft geadopteerd 
  3. De man die het kind heeft erkend
  4. De man waarvoor de rechter het ouderschap heeft vastgesteld.

De juridische ouders kunnen het gezag hebben, maar dit is niet vanzelfsprekend. We leggen dat hieronder uit.

Gezag krijgen

We legden al uit dat de juridische ouders het gezag over het kind kunnen krijgen. In een aantal situaties krijgen ouders automatisch het gezag, maar soms is het nodig om het gezag bij de rechtbank aan te vragen.

Automatisch gezag krijgen

Het uitgangspunt is dat de biologische moeder automatisch het ouderlijk gezag over haar kinderen krijgt. Is ze niet getrouwd en heeft ze geen geregistreerd partnerschap, dan krijgt ze het eenhoofdig gezag. Dit betekent dat zij de enige is met het gezag over het kind.

Is de biologische moeder getrouwd of heeft zij een geregistreerd partnerschap, dan krijgt ook de mannelijke partner automatisch het ouderlijk gezag. Heeft de biologische moeder een geregistreerd partnerschap of een huwelijk met een vrouw gesloten, dan krijgen zij alleen automatisch het gezamenlijk ouderlijk gezag als de donor onbekend is of als de donor het kind niet erkent.

Gezag aanvragen

Als de ouders niet met elkaar getrouwd zijn, dan moeten ze het gezamenlijk gezag zelf regelen. Dit kan heel simpel met het invullen van een formulier of een schriftelijke aanvraag bij de rechtbank. De digitale aanvraag is gratis. Voor de schriftelijke aanvraag moet je een aantal documenten meesturen, waar je bij de gemeente voor moet betalen.

Een vereiste om het gezamenlijk gezag aan te kunnen vragen, is dat de ouder die het gezag aanvraagt, het kind erkent. De ouders moeten het gezag bovendien samen aanvragen en allebei meerderjarig zijn. Ook mag er geen derde persoon zijn die het gezag al heeft en mogen de ouders het gezag nog niet eerder samen hebben uitgeoefend.

Voldoen de ouders aan de voorwaarden, dan stuurt de rechtbank waar het gezag is aangevraagd binnen twee weken een uittreksel van het Gezagsregister aan de ouders. Vanaf dat moment hebben ze samen het gezag over het kind.

Ook een niet-ouder (bijvoorbeeld een nieuwe partner) kan samen met een gezaghebbende ouder het gezamenlijk gezag aanvragen. Hiervoor moeten zij een verzoek om gezamenlijk gezag indienen bij de rechtbank. Het is hierbij verplicht om een advocaat in te schakelen. Om als niet-ouder het gezag te krijgen, gelden aanvullende voorwaarden.

Wanneer krijg je geen gezag?

Er zijn een aantal situaties waarbij de ouder het gezag niet kan krijgen. Bijvoorbeeld als de ouder onder curatele staat of een geestelijke stoornis heeft waardoor hij of zij het gezag niet kan uitoefenen. Ook als de ouders minderjarig zijn, krijgen zij in principe geen gezag. Al geldt hiervoor wel een uitzondering.

Minderjarige moeders van 16 en 17 jaar kunnen – al dan niet met hulp van de Raad voor de Kinderbescherming - een meerderjarigheidsverklaring aanvragen om het eenhoofdig gezag te krijgen. Voor minderjarige vaders geldt de mogelijkheid van een meerderjarigheidsverklaring niet.

Om een verzoekschriftprocedure meerderjarigheidsverklaring te starten, is het verplicht om een advocaat in te schakelen. Vraagt een minderjarige moeder om een meerderjarigheidsverklaring, dan toetst de kinderrechter of dit in het belang is van moeder en kind.

Benoeming van een voogd

Wordt het gezag niet uitgeoefend door de ouders, maar door een voogd, dan spreken we over voogdij. Er bestaat dus een onderscheid tussen ouderlijk gezag en voogdij.

Het is mogelijk dat ouders zelf een voogd aanwijzen. Dat kunnen ze doen door dit vast te leggen in een testament of door registratie in het Gezagsregister. Om een voogd in het Gezagsregister te registreren, moeten de ouders een verzoek indienen bij de rechtbank.

Het kan ook zo zijn dat de rechtbank een voogd benoemt. Dat doet de rechtbank bijvoorbeeld op eigen initiatief als in een procedure naar voren komt dat de ouders het gezag (tijdelijk) niet zelf kunnen uitoefenen. De ouders, pleegouders, Raad voor de Kinderbescherming of een gecertificeerde instelling kunnen de rechter ook verzoeken om een voogd te benoemen.

Wie kan voogd zijn?

Een voogd is vaak een persoon. De voogd moet minimaal 18 jaar oud zijn en instemmen met de benoeming. Dat laatste geldt enkel voor de benoeming. Willen de ouders een voogd aanwijzen in hun testament of in het Gezagsregister, dan hebben ze daarvoor geen toestemming van deze persoon nodig. Pas als de voogdij daadwerkelijk aan de orde is, kan de voogd beslissen of hij of zij wel of niet instemt met de voogdij.

Ook een gecertificeerde instelling (GI) kan door de rechter als voogd worden aangewezen. Een gecertificeerde instelling is een overheidsorganisatie die onder andere kinderbeschermingsmaatregelen uitvoert.

Jacqueline is 16 jaar als ze bevalt van een dochter, Lieve. Omdat Jacqueline minderjarig is, heeft zij niet automatisch het gezag over Lieve. De ouders van Jacqueline hebben zelf de nodige problemen en zij kunnen niet ondersteunen in de opvoeding en verzorging van Lieve. Jacqueline wordt al langer door de instanties in de gaten gehouden. In overleg met Jacqueline wordt Lieve na haar geboorte in een pleeggezin ondergebracht. Omdat Lieve geen juridische ouders heeft die belast zijn met het gezag, vraagt de Raad voor de Kinderbescherming de kinderrechter om een voogd voor Lieve aan te wijzen. De rechter benoemt de gecertificeerde instelling tot voogd.

Voogdij voor pleegouders

Soms woont een kind al geruime tijd bij de pleegouders. Is een van de pleegouders ook al de voogd van het kind, dan kan de andere pleegouder de rechter verzoeken om deze ouder ook tot voogd te benoemen.

Net als bij gezamenlijk gezag, gelden er ook voorwaarden voor gezamenlijke voogdij. Omdat er nu twee mensen inspraak hebben in de opvoeding van het kind, is het in het belang van het kind dat deze twee personen allebei een goede band hebben met het kind én met elkaar. Zij moeten namelijk samen de belangrijke beslissingen over het kind nemen. Is het kind 12 jaar of ouder, dan vraagt de rechter het kind ook naar zijn mening.    

Erkennen en gezag

Als ouders niet met elkaar getrouwd zijn en geen geregistreerd partnerschap hebben, dan zijn zij niet automatisch allebei de juridische ouders van het kind. Als je een kind erkent en dus de juridische ouder van het kind wordt, betekent dit dat je vanaf dat moment een financiële onderhoudsplicht hebt: je moet het kind financieel verzorgen tot het 21 jaar is. Erkenning zorgt er bovendien voor dat jij en het kind elkaars wettelijke erfgenamen worden.

Wil je naast onderhoudsplichtig ook de wettelijke vertegenwoordiger van het kind worden en dus inspraak hebben in de opvoeding en andere belangrijke beslissingen, dan moet je het gezag aanvragen. Het erkennen van een kind betekent dus niet automatisch dat je ook de wettelijke vertegenwoordiger van het kind wordt. Veel ouders zijn hier niet van op de hoogte.

Wetsvoorstel automatisch gezag bij erkenning

Op 15 november 2016 dienden de Tweede Kamerleden Bergkamp (D66) en Van Wijngaarden (VVD) een initiatiefwetsvoorstel in, waarmee zij voorstelden om de wet zo aan te passen, dat ouders bij de erkenning ook automatisch het gezag krijgen.

In de toelichting bij dit wetsvoorstel staat: “De ongehuwde partner van de moeder die zijn of haar kind erkent, verkrijgt op grond van de huidige wetgeving niet automatisch het gezag. Veel erkennende ouders weten dit niet, waardoor problemen ontstaan als de ouders later uit elkaar gaan of zij een meningsverschil krijgen bij het beslissen over belangrijke aangelegenheden met betrekking tot het kind, bijvoorbeeld een schoolkeuze of een medische behandeling.”

Op 24 november 2020 is het wetsvoorstel aangenomen door de Tweede Kamer. Dit betekent dat de Tweede Kamer akkoord is met het voorstel voor de nieuwe wet. Nu moet het voorstel nog aangenomen worden door de Eerste Kamer. De Eerste Kamer heeft een aantal vragen gesteld over het wetsvoorstel en wacht nu op antwoord, voordat zij over het wetsvoorstel in debat kunnen gaan en er vervolgens over stemmen. Wanneer en of het wetsvoorstel uiteindelijk door de Eerste Kamer komt, is nog niet bekend.

Beëindiging van het gezag

Als de ouders van een kind uit elkaar gaan of als ouders zich niet houden aan de verplichtingen die het gezag met zich meebrengt, dan kan de rechter het gezag beëindigen.

Gezamenlijk gezag omzetten naar eenhoofdig gezag

Soms lukt het de ouders niet om afspraken te maken over de opvoeding van het kind. Dit kan voor lastige situaties zorgen, bijvoorbeeld als de ene ouder steeds iets anders wil dan de andere ouder. Ouders kunnen de rechter vragen om dan het gezamenlijk gezag te beëindigen en het eenhoofdig gezag te krijgen.

Het beëindigen van het gezag van een ouder kan ingrijpende gevolgen hebben. De ouder die het gezag kwijtraakt, heeft vanaf dat moment namelijk formeel niets meer te vertellen over de opvoeding van het kind, maar blijft wel financieel verantwoordelijk. De rechter beëindigt daarom alleen in uitzonderlijke gevallen het gezag en weegt daarbij altijd af of het beëindigen van het gezag van een van de ouders in het belang van het kind is.

Gezagsbeëindigende maatregel

De Raad voor de Kinderbescherming kan de kinderrechter vragen om het gezag van een ouder te beëindigen. Dat kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als een ouder niet meewerkt met een hulpverleningstraject en het kind hierdoor in een onveilige of bedreigende situatie terechtkomt.

Is de rechter het met de Raad voor de Kinderbescherming eens, dan wijst de rechter aan wie er vanaf dat moment belast is met het gezag over het kind. De kinderrechter kan hiervoor een pleegouder aanwijzen, maar ook een gecertificeerde instelling.

Wat hebben pleegouders te maken met gezag?

Als een kind vrijwillig in een pleeggezin geplaatst is, dan betekent dit dat de ouders zelf het ouderlijk gezag hebben. De ouders moeten dus altijd betrokken worden bij belangrijke beslissingen.

Is er sprake van een justitiële plaatsing, dan kan het zijn dat de ouders geen gezag meer hebben of dat zij nog wel gezag hebben, maar ondersteuning krijgen van een gezinsvoogd. Alle belangrijke beslissingen worden dan door of in overleg met deze gezinsvoogd genomen.

Als pleegouders is het dus van belang te weten wie het gezag over het kind heeft, zodat je weet met wie je moet overleggen voor je een bepaalde beslissing over de opvoeding of de financiën van het kind neemt. 

Ook kun je als pleegouders een verzoek bij de rechtbank indienen om het gezag over het pleegkind te krijgen. Je vraagt dan aan de rechter om je te benoemen tot voogd. 

Reactie plaatsen