Bijplaatsing: van één naar twee pleegkinderen
Bijplaatsing: van één naar twee pleegkinderen
Heb jij een pleegkind in huis en bevalt dit jullie zo goed dat je wel meer pleegkinderen een veilig thuis wilt bieden? Vind je dat er ruimte is voor een tweede pleegkind? Je kunt dan nadenken over een bijplaatsing.
We spreken van een bijplaatsing als er al een pleegkind bij je woont en er vervolgens nog een pleegkind in het gezin komt. Om een bijplaatsing voor alle gezinsleden soepel te laten verlopen, is het belangrijk om deze beslissing weloverwogen te nemen. We vertellen je daarom graag meer over de bijplaatsing en alles wat daarbij komt kijken.
Nieuw pleegkind, nieuwe impact
Zodra je het hebt over een bijplaatsing, dan is de pleegzorgwereld niet nieuw meer voor je. Je hebt al een pleegkind in huis en je weet welke impact het opnemen van een kind in je gezin heeft. Hoewel je dus weet wat je te wachten staat, is het belangrijk om ook bij een tweede pleegkind stil te staan bij de veranderingen die dit met zich meebrengt. Want niet alleen de kamerindeling zal veranderen, ook emotioneel verandert er veel met de komst van een tweede, derde, of vierde pleegkind.
We hoeven je niet te vertellen dat geen kind gelijk is. De ervaringen die je hebt met het eerste pleegkind kunnen je helpen bij een bijplaatsing. Toch is het geen garantie dat ook een tweede pleegkind op dezelfde manier op de nieuwe omgeving zal reageren.
En wat te denken van het kind dat je al eerder opnam in je gezin? Wat vindt hij of zij ervan dat er een nieuw gezinslid bijkomt? Het is goed om hierover met elkaar in gesprek te gaan.
Een goede voorbereiding op bijplaatsing
Een goede voorbereiding is het halve werk, zeggen ze weleens. Dat geldt natuurlijk net zo goed voor een bijplaatsing. Als je een meerpersoonshuishouden voert, dan heb je bij de eerste plaatsing vermoedelijk al uitgebreid met elkaar gesproken over de verwachtingen die iedereen had bij de plaatsing.
Nu er een tweede pleegkind in het gezin wordt opgenomen, is het goed om ook het eerste pleegkind bij de besluitvorming te betrekken. Wat vind het ervan als er straks een pleegbroertje of -zusje bijkomt? Merk je dat het kind onzeker is over de veranderingen, maak die onzekerheden dan bespreekbaar.
Maak onzekerheden bespreekbaar
Misschien begrijp je niet goed waar het eerste pleegkind precies onzeker over is, omdat je weet dat het in de praktijk heel anders zal gaan. Voorkom dat je de onzekerheden van je pleegkind gaat wegwuiven door te zeggen dat het wel mee zal vallen. Het pleegkind voelt het nu eenmaal zo en heeft van jou nodig dat je hem helpt bij het omgaan met de nieuwe situatie. Door vragen te stellen en écht naar elkaar te luisteren, zorg je ervoor dat alle gezinsleden een stem hebben in de bijplaatsing.
Rachel (8) woont al vanaf haar vierde bij de familie Verduin. Ze heeft haar draai gevonden en geniet van de aandacht die ze van haar pleegouders krijgt. Die aandacht miste ze bij haar eigen ouders. Haar pleegmoeder vertelt dat ze erover denken om nog een pleegkindje in het gezin op te nemen. Rachel vindt dat best spannend. Toen ze nog bij haar ouders woonde, moest ze altijd voor haar babyzusje zorgen, als haar ouders iets gingen drinken bij vrienden. Haar zusje huilde soms uren en ze wist dan niet wat ze moest doen om haar stil te krijgen. Ze is bang dat haar pleegouders haar alleen zullen laten met het nieuwe pleegkindje en dat ze dan niet weet wat ze moet doen om het te troosten. Eigenlijk ziet ze dus heel erg tegen de bijplaatsing op.
Voorwaarden bijplaatsing
Voordat je een pleegkind kunt opnemen in je eigen gezin, moet je aan drie voorwaarden voldoen.
1. Je moet minimaal 21 jaar zijn
2. Je kunt het kind een stabiele omgeving bieden
3. Je vraagt een verklaring van geen bezwaar aan bij de Raad voor de Kinderbescherming
Ook voor een bijplaatsing blijven deze voorwaarden van toepassing, al zijn ze wel een klein beetje aangepast.
Je kunt het kind een stabiele omgeving bieden
Voor een eerste plaatsing controleert de pleegzorgorganisatie of je het pleegkind een veilig thuis kunt bieden. Hebben jij en je partner net besloten om uit elkaar te gaan, ga je op korte termijn samenwonen of ben je zwanger, dan is dit niet het moment om een pleegkind in je huishouden op te nemen.
Voor een bijplaatsing is dat natuurlijk niet anders. Ook nu is het belangrijk dat je het kind een stabiele woonplek kunt bieden en dat lukt niet als er grote veranderingen in de gezinssamenstelling aan zitten te komen. Een bijplaatsing kan alleen een succes worden als alle gezinsleden ervoor openstaan. Dus ook het pleegkind dat al bij je woont.
Daarnaast is het belangrijk dat het pleegkind dat al bij je woont zelf zijn draai in het gezin heeft gevonden. Het kan soms wel een jaar duren voor het hele gezin in evenwicht is en iedereen zijn plekje heeft gevonden. Geef dat de tijd en denk pas na over een bijplaatsing als iedereen gewend is aan de nieuwe situatie.
Vindt er bij een bijplaatsing een nieuwe screening plaats?
Toen je er de eerste keer voor koos om een pleegkind op te nemen in je gezin, ben je gescreend. Je vroeg een verklaring van geen bezwaar aan bij de Raad voor de Kinderbescherming en de pleegzorgorganisatie sprak uitgebreid met je om te onderzoeken of je geschikt bent als pleegouder.
Als er tussen de eerste plaatsing en de eventuele bijplaatsing iets is veranderd in je situatie, dan kan een nieuwe screening nodig zijn. Ook voor een tweede of volgend pleegkind willen we immers zeker weten dat je in staat bent om te zorgen voor het kind van iemand anders.
Als jij en je partner in de tussentijd uit elkaar zijn gegaan, is zo’n extra screening bijvoorbeeld een optie. Maar ook als je zwanger bent (geweest) of er iemand uit het gezin is overleden. Dit kan namelijk grote gevolgen hebben voor de stabiliteit die het pleeggezin het kind kan bieden.
Als pleegouder informeren we je altijd eerst voor we een nieuwe screening opstarten. Je bent hier dus altijd van op de hoogte en er gebeurt niets achter je rug om.
In gesprek met andere pleegouders over bijplaatsing
Overweeg je een bijplaatsing, maar wil je hier graag meer over weten? Het kan helpen om met andere pleegouders in gesprek te gaan die al eerder een bijplaatsing hebben meegemaakt. Wat was er voor hen duidelijk anders dan bij de eerste plaatsing? Waar liepen ze tegenaan? En hebben zij nog tips voor andere pleegouders die een bijplaatsing overwegen?
Lijkt je zo’n gesprek met andere ouders over bijplaatsing je waardevol? Neem dan contact met ons op zodat we je in contact kunnen brengen met pleegouders in een vergelijkbare situatie.